LIEFDE

De dag met het gouden randje.

 

Met dank aan Jef Beerends voor de twee kanten van de medaille, van vrijheid en veiligheid, en Esther Perel voor de dubbele vlam van Octavio Paz.

Ze maakte de knoopjes los van haar witte jabot en legde hem over de stoel. Daarna knoopte ze de lange rij kleine knoopjes los van haar toga. Zwart stond haar goed en het contrast met de witte jabot herinnerde haar er telkens weer aan dat het zo geregeld is in de rechtspraak. Het is zwart of wit. Schuldig of niet schuldig. Straf of vrijspraak.

Een beetje schuldig bestaat niet, je hebt het gedaan of niet. Peinzend vouwde ze haar toga op en legde hem in haar rolkoffer. Voorzichtig vleide ze de jabot er bovenop. Zwart en wit.Veel zwart en weinig wit. Hij was schuldig, hij was vreemd gegaan. Zij niet. Zij was tussen de witte ongekreukte lakens blijven liggen met tranen op haar kussen. Komt hij thuis of niet?

Vreemd genoeg had dat haar geraakt, niet de tranen, die zag ze genoeg. Maar juist het beeld van de vrouw tussen witte ongekreukte lakens bleef steeds in haar gedachten terugkomen. Na twaalf jaar huwelijk was er een einde gekomen aan een stabiele relatie. Stabiel was die zeker geweest, maar ook spannend en avontuurlijk, zowel Karel als Yvonne zijn avontuurlijk aangelegd. Ze vonden elkaar in lange reizen naar verre landen. Ze hielden van sport, hij van klimmen, zij van kickboksen.

Ze inspireerden elkaar en bewonderden elkaar totdat de kinderen kwamen. Hun komst was een gezamenlijk besluit, maar de uitwerking viel tegen. Yvonne nam haar moedertaak ernstig op en ook Karel liet het bergbeklimmen achter zich en besloot ook zijn Harley Davidson de deur uit te doen. Orde, rust en regelmaat kwam over het gezin van Karel en Yvonne en dat beviel niet. Karel zocht zijn heil buiten de deur en Yvonne legde zich nog meer toe op het welzijn van de kinderen. Zij had genoeg plezier aan het geknuffel van de kinderen, hun lieve omhelzingen, vlak voor het slapengaan.En hij vond in zijn avontuurtjes nieuwe levenskracht. Hij was het nog: een echte man.

 

Zij had nooit of te nimmer verlangd naar verre reizen, gevaarlijke sporten of snelle motoren. De gloednieuwe Audi beviel haar uitstekend en haar man prijst zich gelukkig met een Tesla, volledig elektrisch. Een bewuste keuze voor hun bijdrage aan het bedreigde milieu. Ze verdelen de taken in het huishouden, maken leuke uitstapjes met de kinderen en nemen het er ook samen van. Zo gaan ze graag naar hun favoriete koffiebar, bestellen een cappuccino en duiken weg, zij in haar boek, hij in zijn laptop. Volledig opgeladen halen ze de kinderen van muziek -en balletles en vervolgen hun weg naar huis, waar een een verantwoorde maaltijd bereiden. Ze werken hard, maar ontspannen ook en er is geen stress, er zijn geen zorgen. Ze zijn samen heel gelukkig en dat zeggen ze ook tegen elkaar.

 

Terwijl ze haar rolkoffer dicht ritste viel haar blik op haar rechterhand. Haar gouden ring glansde in de zon. Ze vond het een mooi beeld.Het was de bevestiging van de stabiele band met haar man. Een huwelijk met glans, zogezegd. Ze verliet het gebouw van de rechtbank door de parkeergarage. Eigenlijk zou ze voldaan moeten zijn. Het huwelijk was op een rechtvaardige manier geëindigd.Zij had goed bemiddeld en onderhandeld tussen partijen en iedereen was tevreden over de regelingen. Dat maakte ze wel eens anders mee. Karel had zijn vrijheid en Yvonne had haar rust teruggevonden. Onpartijdig had ze weten te manoeuvreren in het hachelijke woud van emoties die een echtscheiding te weeg brengen. Niet alleen haar toga was zwart, ook de kleding die ze droeg  was altijd zonder kleur. In het zwart voelde ze zichzelf serieus en zakelijk. En zo stond ze letterlijk als een duidelijke, zwarte scheidingslijn tussen de partijen.

 

De zon scheen fel in haar ogen toen de slagboom van de garage openging en zij naar buiten reed. Het was precies 12 uur, ze ging de kinderen van school halen en besloot om, zoals gewoonlijk op woensdag, de middag door te brengen in de speeltuin. Een beetje kletsen met andere moeders, wat tijdschriften doorbladeren en een kopje koffie op het terras dat comfortabel midden op het speelterrein ligt. Ze zette de airco hoger, en zocht met haar hand naar een andere muziekzender op de radio. Het ene melancholieke nummer na het andere klonk uit haar Harmann boxen. Ze zocht naar een happy sound, want het nare onvoldane gevoel bleef bij haar. Het drukte zwaar op haar gemoed. Waarom? Omdat het toch zo’n leuk stel was? Omdat ze dingen gedaan hadden die zij nooit of  te nimmer zou doen? Of, omdat ze, ondanks de goede regelingen die mede door haar tot stand waren gekomen, het onbestemde gevoel had gekregen dat deze mensen met elkaar gelukkig zouden kunnen zijn. Maar wat hadden ze daarvoor nodig?.Ze probeerde het van zich af te zetten, het was haar zaak niet. Zij had haar taak erop zitten. Nu focussen op de aangename woensdagmiddag.

 

Ze had nog even tijd voordat de school uitging. Ze haalde wat lekkere en uiterst verantwoorde broodjes bij de Marqt en kwam langs een nieuwe koffiebar. Met het vooruitzicht op de matige kwaliteit van de koffie op het terras bij de speeltuin, aarzelde ze geen moment en bestelde een perfecte cappuccino.

Ze keek met hoeveel zorg de barista de koffie afwoog op de weegschaal. Zijn lange vingers streelden de knoppen van de glanzende koffiemachine en de donkere hete koffie vloeide in het witte porseleinen kopje. Het was alsof hij het apparaat zorgzaam beminde. Vaardig stoomde hij de melk op in een metalen kannetje. Met beide handen hield hij de zilverkleurige kan vast en langzaam werd het koele metaal warmer. Met zijn handen rondom de kan controleerde hij de temperatuur  totdat de melk de juiste temperatuur had bereikt en schonk hem over in iets een kleiner kannetje. Hij klopte driemaal met de kan op de bar en schonk daarna aandachtig de witte melk op de zwarte koffie. In de vorm van een witte zwaan.

 

Zwart en wit, schuldig en onschuldig, innig verbonden in het porseleinen kopje. Haar zintuigen brachten haar terug in de werkelijkheid. De stimulerende geur wekte haar smaakpapillen en vol ongeduld zette ze het kopje aan haar lippen. Ze werd vervuld met intens genot. Wat overkwam haar? De sensatie trok door haar lichaam als een heftig orgasme zoals ze in jaren niet meer beleefd had. Ze schudde haar hoofd en streek met haar hand over de zachte wol van haar zwarte jurk. Alsof ze haar waardigheid moest herstellen na een moment van lust. Bezorgd keek de barista haar aan? Is er iets, voelt u zich niet goed? Een bevrijdende glimlach kwam op haar gezicht. De barista was zo zeker van de kwaliteit dat hij geen moment had gedacht dat zij haar hoofd schudde vanwege de tegenvallende smaak van de koffie. Was zij maar zo zeker van haar zaak geweest, vanmorgen. Met de big smile waarmee de barista haar glimlach beantwoorde verdween het zware gevoel in haar lijf.

Het was als de muziek waarnaar ze op zoek was geweest. 

 

De deur ging open en drie kinderen kwamen de koffiebar ingelopen. Toen ze de man aan haar tafeltje zagen staan bleven ze keurig wachten. Er voltrok zich een zichtbare verandering in de barista. Hij zei haar dat ze de rustig de tijd moest nemen om te genieten van haar koffie en dat ze daarna af kon rekenen bij de andere barista. Zijn taak zat erop voor vandaag. Hij deed zijn zwarte sloof af en maakte zijn krullende bos haar los, dat in bedwang werd gehouden door een elastiekje, De kinderen stoven op hem af. Hij tilde ze één voor één op.

“Jezus”, flitste door haar gedachten, “laat de kinderen tot mij komen”. En opnieuw verbaasde zij zich over zichzelf. Wat bracht haar op zulke religieuze gedachten? Kwam het door het zonlicht dat door de ramen naar binnen viel en zijn krullend haar stralend verlichtte? Zo zag Jezus eruit op de nostalgische platen van haar oude kinderbijbel. De witte linnen chino en zijn losvallende shirt van zacht katoen versterkten haar beeld. Weer voelde ze aan haar jurk. Contrast. Schuldig. Onschuldig.

 

Haastig dronk ze haar cappuccino en likte het schuim van haar lippen. O, ze realiseerde zich dat dit een echte zonde was, maar Jezus was al verdwenen met zijn kinderschare.Tijdens het betalen van de rekening zag ze hem wegrijden in een rood volkswagenbusje. Zo eentje uit de jaren zestig. Werd die ook niet gebruikt in de film van Jesus Christ Superstar? Nu moest ze echt ophouden. Resoluut stapte ze in de auto en haalde haar kinderen van school. Op naar de speeltuin. Voor het stoplicht wachtte ze geduldig totdat ze groen licht kreeg. De zon scheen fel en de airco kon de temperatuur maar moeizaam de baas. Het was heet, echt heet en de zoom van haar jurk kriebelde op haar benen.

 

Daar zag ze het rode busje voorbij rijden op het kruispunt en toen zij door mocht rijden, sloeg ze plotseling linksaf, hoewel dat helemaal niet in de richting van de speeltuin was.

“Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven” gonsde het door haar hoofd.” Was ze nu helemaal gek geworden? Maar ze volgde het busje. Ze had het licht gezien. Ze draaide de snelweg op. Waar gingen ze naar toe? Drie kwartier duurde de achtervolging en toen de kinderen vroegen waar ze naartoe gingen, antwoordde ze: ”Verrassing” En een verrassing werd het. Reden ze naar Den Haag, nee, dat niet.

Het busje verliet de snelweg. ze reden door het vlakke land totdat de duinen in zicht kwamen.” Monster” las ze op het bord langs de weg. Ja, ze had monsters verdedigd. Maar monsters waren Karel en Yvonne niet. Zelfs Karel niet, al had hij haar bedrogen. Schuldig. Judas. Dertig zilverlingen.  Ja, hoor, daar ging ze weer. Ze parkeerde haar auto naast het busje en haar kinderen renden de duinen in. Ze wilde ze nog terugroepen maar er was geen houden meer aan. Aan de vloedlijn  stond een man met ontbloot bovenlijf en een witte chino. Zijn broekspijpen opgestroopt. Om hem heen speelden de kinderen en spatten hem nat. Ook de hare. Zelfs haar kinderen volgden hem!

Besluiteloos stond ze aan de duinrand en bekeek het tafereel. Ze kreeg zin, zin om mee te spelen en liep naar het water.

 

Hij was niet verbaasd haar te zien, het was net alsof hij haar verwachtte. Samen liepen ze langs de vloedlijn. ” Ik moet terug, zei ze, mijn koffer ligt in de auto en daar zit mijn laptop in. Ik durf die niet onbeheerd in de auto te laten liggen.” “Geef me de sleutel van je auto, dan haal ik hem op, let jij op de kinderen?” En voor dat ze het in de gaten had rende hij het duinpad op en was verdwenen. “Hoe kon ze dat maken? Een volslagen onbekende man, die haar laptop uit haar auto ging halen met alle vertrouwelijke opgeslagen documenten!” Het duurde langer dan ze gedacht had voordat hij terug kwam. Ze zou ongerust moeten worden, maar dat was ze niet. Haar kinderen speelden met de zijne in de golven van de zee. Ze ging zitten op het strand en strooide het witte zand in haar zwarte schoenen die ze naast zich neer had gezet.Ze keek om naar de duinen. Hij kwam naar haar toe. Zijn gouden lokken waaiden wild om zijn hoofd en met zijn rugzak in zijn ene hand en haar rolkoffer in de andere, leek hij in de verste verten niet meer op Jezus.

 

“Ik ben nog even het dorp ingegaan en heb wat te eten meegenomen” zei hij terwijl hij zijn rugzak open maakte.” Ik houd van dit strand, het is altijd rustig, ook als het bloedheet is zoals nu. Geen mens gaat in Monster naar het strand, maar je zou nu in Scheveningen moeten kijken, daar liggen ze zij aan zij te bakken in de zon”. Het was waar, er liep een eenzame wandelaar, maar verder was het heel rustig op het strand. Ze aten broodjes met zalm en brie. Voor de kinderen had hij koel water meegenomen die ze dronken uit aluminium bekers die hij uit zijn bus had gehaald. “Ideaal zo’n bus, ik heb er een keukentje mėt koelkast ingemaakt en comfortabele slaapplaatsen, zodat ik alle vrijheid heb om te gaan en te staan waar en wanneer ik maar wil”

 

Het zand kriebelde op haar huid, daar zat ze in haar elegante zwarte jurk van een duur  en exclusief Japans merk. Heel geschikt voor kantoor voorzien van airco maar hier op het strand volkomen misplaatst. Haar kinderen hadden inmiddels hun kleren uitgedaan en omdat de zijne er geen probleem van maakten om naakt rond te lopen deden zij dat ook niet. Ze trokken hem het water in en zijn chino kleefde aan zijn huid. Zonder enige vorm van schaamte of verontschuldiging naar haar toe, knoopte hij zijn broek los en wierp hem naar haar toe.

 

Met zijn natte lijf ging hij achter haar rug zitten, spreidde zijn benen links en rechts naast haar. Ze zag de glinsterende witte haartjes op zijn gespierde benen. Voorzichtig raakte hij haar hals aan en opende de ritssluiting van haar jurk. Een golf van verlangen kwam over haar heen. Hij trok haar jurk over haar schouders zodat de welving van haar borsten zichtbaar werd. Zijn handen gleden naar voren over het witte kant van haar bh. En zij voelde haar tepels hard worden. Hij boog naar voren en pakte de zoom van haar jurk en langzaam trok hij die omhoog. ze bleef doodstil zitten en kon zich alleen maar overgeven aan het intense verlangen dat ze door heel haar lichaam voelde golven. Met één arm tilde hij haar billen van het zand omhoog en met de andere hand schoof hij haar jurk naar boven.Ze liet hem begaan, volkomen in de ban van deze nieuwe onverwachte sensaties. Haar zwarte jurk kwam in het witte zand terecht, samen met haar bh en slipje. Hij trok haar onzachtzinnig aan haar benen naar de branding en daar voelde ze het verkoelende water langs haar enkels, kuiten en bovenbenen en billen gaan. De golven sloegen over haar heen, de kinderen sprongen enthousiast om haar heen en ze vergat de tijd. Ze  speelden als uitgelaten honden in de branding en langzaam zakte de zon in het water.

 

“ Mogen we pizza’s bestellen?”  Hij liep met ze mee naar de bus en liet de kinderen daar achter, hongerig wachtend op de scooter die hun pizza zou bezorgen. Met een mand onder zijn arm liep hij terug naar het strand waar zij nog in een roes van gelukzaligheid wachtte op zijn terugkeer. Daarna liep hij nogmaals de duinen over en sprokkelde wat hout voor een vuurtje.”Dat doet hij voor de romantiek,” dacht zij, “want het is nog steeds broeierig warm al valt de avond snel in.”Uit zijn mand haalde hij een bot mes, een ijzeren handschoen, een fles witte Chablis en oesters. zachte zilte oesters. Met een vaardigheid die ze herkende, zette hij het botte mes in de zijkant van de oester die zich gewillig opende. Uit de tas kwam ook nog een citroen en een pepermolen met zwarte peperkorrels. “Wat was hij goed voorbereid! Zat dit allemaal in zijn plannen voor deze dag?” Hij zag haar verbazing.” Op het moment dat ik de smaak van echte specialty-coffee, perfect gezet, met vers gebrande bonen, voor het eerst proefde, huiverde ik van genot. Ik besloot op dat moment dat genot deel uitmaakt van iedere dag van mijn leven, hoe zwaar het soms ook kan zijn.” Dat ik hier met jou naakt oesters eet, verhoogt zeer zeker mijn genot, maar zonder jou had ik ook genoten van de zon, die in de zee zakt in fabuleuze kleuren, kijk maar” En ze keek. Het was een prachtig schouwspel van kleur en licht spelend met het diepe donkere blauw van de zee en de komende nacht.

 

“Ik heb alles,” zegt ze,”alles wat me gelukkig maakt, maar toch kan ik niet zo onbevangen genieten als op deze dag.” En ze vertelde hem van haar ochtend, haar succes en haar zware gemoed. Hij schonk nog een beker wijn in. Ze nam een oester aan, deed er een beetje citroensap en peper op en liet het in haar mond glijden. Daarna een slokje witte wijn en haar genot was compleet. “Zou je het willen weten?” vroeg hij. “Wat?” antwoordde ze nog vanuit de zevende hemel. “Dat wat je beperkt in je vrijheid?” “ Mijn vrijheid?” vroeg ze verbaasd. “Ja, waarom kun je niet voluit genieten?” Ze staarde over de zee. Had genot met vrijheid te maken? En haar blik viel op haar gouden trouwring. Als door een wesp gestoken, sprong ze op en keek naar zijn hand. Een gouden ring, hààr gouden ring! Maar dan twee maten groter. Hij zag het ook. Hij pakte haar hand, streelde die.” We zijn verbonden” zei hij. Hij liep naar de vloedlijn, in zijn hand een stok die nog niet aan het vuur was geofferd.

Hij trok lijnen in het zand. Van voor naar achteren, opzij en terug.

 

“Waarom ben je me gevolgd, vanmorgen? Hoe kwam het dat je het verlangen voelde om bij mij te zijn?” “Het kwam door het wit, zei ze. je stond te stralen in het zonlicht en ik vond het zo aantrekkelijk dat ik geen andere keuze had. Ik zag die rode bus voorbij zag rijden. Mijn verstand liet me in de steek, compleet weg! Je leek wel…….. de rattenvanger van Hamelen die met zijn fluit kinderen achter zich aan lokte.” Inwendig prijsde ze zich gelukkig met de nieuwe vergelijking die plotseling in haar gedachten opkwam.” Het idee dat ze een religieuze ervaring had terwijl er een rode bus passeerde vond ze echt te zweverig. “Vanmorgen was ik al niet helemaal mezelf, een beetje melancholiek.  Ik was als advocaat betrokken bij een echtscheiding. En deze keer kon ik me er niet los van maken. De man zat fout, zij was onschuldig.Hij kroop bij andere vrouwen tussen de lakens en haar lakens lagen s’morgens nog net zo strak ingestopt als de avond ervoor. Dat beeld liet me niet los, want ook mijn lakens liggen strak ingestopt op mijn bed. Witte lakens van onschuld, zo netjes opgemaakt dat je zeker wist dat er niets gebeurd kon zijn tussen die lakens. Ik vouwde mijn toga net zo strak als mijn lakens op in mijn koffer en legde de witte jabot er bovenop. Zoveel zwart en zo weinig wit. En dan, nog geen uur later sta jij voor me, als een jonge God in je witte linnen chino, je lichte shirt en je blonde haardos. Met goddelijke koffie en een witte zwaan! Zoveel licht! Zo’n contrast!.Wat is er toch met me aan de hand, ik ben het spoor totaal bijster.” Hij hoorde de diepe wanhoop in haar stem.

“Ligt je toga nog in je koffer?” vraagt hij. Zij antwoordde:” ja, natuurlijk, ik heb de kinderen opgehaald van school en zag plotseling een rode bus die ik als een idioot ben gaan volgen. “Zo idioot vind ik dat niet,” zei hij, en opende haar koffer. Hij haalde de toga eruit en gaf hem aan haar. “Trek hem aan”, beval hij haar, en ze gehoorzaamde alsof het de gewoonste zaak van de wereld was om, in de avondschemering op het strand van Monster, een toga over haar naakte lijf te dragen. ”Kom” zei hij, “volg me naar de Weg van de Waarheid van het Leven.” Hij leidde haar naar zijn tekening aan de vloedlijn. Vaag herkende ze het beeld van lijnen.”Dit is een labyrint” zei hij plechtig.Al eeuwenlang wordt het labyrint gebruikt om inzicht te krijgen. Het is geen doolhof, je kunt niet verdwalen. Je loopt de weg die voor je ligt, je wendt en keert totdat je in het middelpunt komt. Dan ga je terug. Je loopt met je levensvraag door het labyrint en hoopt het antwoord te vinden.” Terwijl hij naast het labyrint in het zand ging zitten, ging zij het labyrint binnen. Ze liep naar rechts, draaide om en volgde de lijnen in het zand. Soms liep ze richting zee, die steeds donkerder werd, soms liep ze in de richting van de duinen. Ze liep langzaam, meditatief zou je kunnen zeggen, haar weg. Haar zwarte toga sleepte door het zand en wiste haar voetafdrukken uit. Het leek uren te duren voordat ze in het midden van het labyrint kwam. Ze keek naar de inktzwarte zee. Angst overviel haar, ze werd aangetrokken door het zwart, ze wilde erin verdwijnen, oplossen, niets meer voelen, niets meer weten, niets meer zijn. Toen zag ze een zilveren glinstering die steeds helderder werd.Ze bleef staan, ontroerd door het zachte schijnsel op het water. Het zilver speelde een spel met de golven, het leek alsof het zwart week voor het licht, alsof het licht overwon! Met een ruk trok ze de toga over haar hoofd en gooide hem in het zand.Ze realiseerde zich dat zwart haar niet alleen beschermde tegen de boze buitenwereld, maar dat het zwart ook haar gevoel afschermt, zodat ze niet meer in contact kan komen met zichzelf, met haar binnenwereld, met haar doel, haar weg, haar waarheid en haar leven. Terwijl de tranen over haar wangen liepen draaide ze zich om om de terugweg door het labyrint te aanvaarden. Door haar tranen heen zag ze de maan, de volle maan. Zij, die de zilveren glinstering op de zee had veroorzaakt. De maan die met haar reflectie haar had laten ontwaken uit de zwarte nacht. Haar schijnsel verlichtte haar naakte lichaam, haar rondingen, haar welvingen. De man pakte haar hand toen ze uit het labyrint liep. Zacht vleide ze zich tegen hem aan. “Wat ben je mooi”, fluisterde hij in haar oor en hij streelde haar haren. Zijn handen gleden over haar lichaam en ze was vervuld van intens genot. Hij streelde haar rug, omvatte haar billen met zijn volle hand en plaagde haar door kriebelend met zijn wijsvinger langs haar bilnaad te gaan. Liefdevol betasten zijn lippen haar tepels en zijn mond zocht de welving van haar vulva.

 

De laatste gloed van het vuur doofde en zij pakten hun spullen bij elkaar. De oesterschelpen en de toga lieten ze achter op het strand. De zee zou ze meenemen als de tijd gekomen is. Hij maakte de deuren van de  bus open en zag de kinderen slapen tussen de pizzadozen. Ze belde een taxi en liet zich naar huis brengen. Morgen zou ze de auto weer ophalen. Ze draaide de sleutel in het slot van haar donkere huis. Ze liep de trap op en sprong onder de warme douche. In haar slaapkamer was het stil, ze maakte haar man wakker. Ze kuste hem en hij draaide zich naar haar toe.” Zijn jullie eindelijk thuis, waar zijn jullie geweest?” Ze antwoordde: “het was een wonderlijke dag, een dag met een gouden randje.” Ze sloeg de lakens terug en bewust van haar schoonheid verleidde zij hem tot een hemels orgasme. Hij wilde haar liefdeskreten beteugelen, maar ze hijgde:”de kinderen zijn niet thuis.” Er leek geen einde te komen aan hun liefdesspel. God en godin waren ze, tussen witte lakens. Vlak voordat hij door slaap overmand werd vroeg hij: ”waar zijn de kinderen?” En ze mompelde: “Veilig onder Zijn hoede.”